De helft van een bekende uitspraak van een bekende Louis.
Ik heb me iets afgevraagd de laatste dagen. Stel, je wordt gevraagd voor een cruciale positie bij een beursgenoteerde onderneming. En stel dat je een van de leden van de Raad van Commissarissen niet mag; en dat het wederzijds is.
Zou je dan die functie aanvaarden als toevallig die bewuste commissaris niet gestemd heeft over het voorstel om jou aan te nemen? Of zou je je afvragen of dat wel toevallig was dat die persoon niet gestemd had? Of zou je er een bedoeling mee hebben om ‘ja’ te zeggen.
En hoe zit het met de Raad van Commissarissen in zo’n geval: zouden ze een bedoeling hebben om juist jou dan te vragen voor die vacature?
Als je congruent in je communicatie bent, dan zeg je wat je denkt en denk je wat je zegt (vrij naar een uitspraak van een bekende Pim). Ik vraag me af of je dat doet als je in zo’n situatie op het aanbod ingaat. Als er een verschil tussen denken en zeggen zou bestaan: hebben ze het daar dan ook over in de ‘boardroom’?