Voor onder andere de Chinezen was een muur een goed middel om zich te verdedigen. Mensen doen dat ook regelmatig, maar dan in denkbeeldige vorm: ze plaatsen een muur om zich heen en wanen zich beschermd tegen bedreigingen.
Een voorbeeld? De altijd flamboyante, enthousiaste en ogenschijnlijk zelfverzekerde vertegenwoordiger heeft misschien op die manier wel een muur opgetrokken om zijn of haar onzekerheid niet te hoeven tonen.
Die bescherming heeft ook een groot nadeel: door een muur kan iemand niet naar binnen kijken, maar door een muur kunt u ook niet naar buiten kijken. Concreet: als u een muur om u heen heeft, dan vertelt u niet aan anderen wat u bezighoudt: uw passies en uw dromen, maar ook uw twijfels en onzekerheden; uw mislukkingen en ook uw overtuigingen en zekerheden.
U betaalt in beide gevallen een “mentale prijs”: u doet u anders voor dan u bent en zult dus geen diepgaande relaties met anderen krijgen.