Iedereen lijkt vrijheid te willen. Vrijheid om te doen waar hij of zij zin in heeft. Het lijkt er zelfs op dat de roep om die vrijheid alleen maar luider wordt en uit steeds meer kelen klinkt.
Maar daar staat iets tegenover dat ik weinig terug hoor over wat die vrijheid betekent. Dit hoor ik gesprekken op bedrijven, maar ook in de politiek nauwelijks terug. En dat is: verantwoordelijkheid en het afleggen van verantwoording. Meestal worden die twee termen overigens door elkaar heen gebruikt.
Als een medewerker vrijheid heeft gekregen van zijn leidinggevende, als de voorzitster een mandaat van de ledenvergadering heeft gekregen en zelfs als een van de jongere kinderen eens alleen thuis mag blijven, dan hoort daarbij dat die vrijheid niet misbruikt wordt. Bij die vrijheid hoort namelijk dat hij of zij daar op een goede wijze mee omgaat (verantwoordelijkheid) en dat hij of zij daarop aangesproken kan worden (verantwoording afleggen).